Barokke kapsels uit de tijd van Lodewijk XIV

"The Sun King" - dit is wat de Fransen hun koning Lodewijk XIV van de Bourbon-dynastie noemden. Lodewijk werd koning van Frankrijk in 1643, toen hij nog geen vijf jaar oud was. De moeder van de koning, Anna van Oostenrijk, werd benoemd tot regentes voor haar zoon. De vader van Lodewijk XIV was Lodewijk XIII, bekend bij ons allemaal uit het boek van A. Dumas "The Three Musketeers".

Hyacint Rigaud. Portret van Lodewijk XIV. 1701
In een pruik.

Het bewind van Lodewijk XIV werd ook meer dan eens genoemd in veel literaire werken en werd een platform voor de ontwikkeling van percelen in de bioscoop. Aan het begin van de twintigste eeuw werd bijvoorbeeld een reeks romans over Angelica (door Anne en Serge Golon) gepubliceerd, die niet alleen vertellen over het lot van de hoofdpersoon, maar ook over het tijdperk van de "zonnekoning" zelf.

XVII eeuw, en dit is de tijd van Lodewijk XIV, de periode van overheersing in de kunst barokke stijl... Ga gewoon naar de opera om te begrijpen wat barok is. Barok is een buitensporige luxe, enorme afmetingen, zware en dure materialen. Barok is de stijl van paleizen. Tijd voor feesten en ongebreideld plezier.

Shot uit de film "Angelica en de koning"
17e eeuwse kapsels

Hetzelfde geldt voor het uiterlijk - de meest elegante outfits, dure sieraden, een overvloed aan cosmetica, zowel voor mannen als voor vrouwen. Tijdens de barokperiode begonnen mannen ruches en strikken te dragen, evenals kousen. Het silhouet van een mannenpak was nog nooit zo vrouwelijk en de noodzaak om je uiterlijk te verzorgen met lippenstift, poeder en parfum was voor mannen nog niet zo verplicht. Damesjurken worden breder en hun halslijnen worden dieper. Kapsels worden groter en het aantal versieringen erin gaat alle grenzen van het fatsoen te boven. In de 17e eeuw werden er weer pruiken gedragen.

In de eerste decennia van de 17e eeuw waren korte kapsels nog in de mode, afkomstig uit Spanje en ontstaan ​​in verband met de mode voor hoge kragen (kraagsnijder).

Charles Antoine Coypel. Portret van Molière.
Een kapsel van lang gekruld haar en een "Chevalier"-snor - in de vorm van een smalle strook boven de bovenlip, de uiteinden van de snor gekruld.

Echter, al in de 20-30s van de 17e eeuw kwamen kapsels van lang haar in de mode - het haar is gekruld, vastgebonden met strikken. Dit kwam onder meer door het verschijnen van turn-down kragen. Het soort gedragen door de musketiers. Bijvoorbeeld kapsel "a la cadenette". Het kapsel is vernoemd naar de hertog van Lotharingen Cadenette. Het bestond uit haar geknipt door een "ladder", precies verdeeld in twee delen. En aan de linkerkant was een dunne vlecht vastgebonden, versierd met een strik en sieraden. Bovendien viel er een kleine, gelijkmatige knal op het voorhoofd. De kapsels uit de tijd van Lodewijk XIII worden echter herinnerd door iedereen die naar The Three Musketeers heeft gekeken.

Charles Lebrun - Koning Lodewijk XIV in zijn jeugd - portret geschilderd in 1661

In de dagen van Lodewijk XIV zullen mannen ook kapsels van lang haar dragen en ze versieren met strikken, maar met één belangrijk verschil - dit zullen niet langer kapsels van hun eigen haar zijn, maar kapsels op pruiken. Er wordt aangenomen dat de mode voor pruiken werd geïntroduceerd door Lodewijk XIV in verband met een zeer vervelend feit: de vorst werd kaal. Daarna begonnen zowel Louis zelf als de hovelingen pruiken te dragen.

Shot uit de film "Angelica en de koning"
Chevalier pruik en snor

De pruiken waren pluizig en gekruld. Het maken van pruiken werd mogelijk gemaakt dankzij de uitvinding van de koninklijke arts Hervé - een methode om haar vast te maken aan een kleine muts bedekt met een fijn zijden net. Pruiken van natuurlijk haar werden als de duurste beschouwd. Haar voor pruiken kon worden verkocht door bedelaars of door gevangenen wiens haar (op voorwaarde dat het goed was) met geweld werd geknipt. Pruiken met blonde krullen werden zeer gewaardeerd. Ooit konden alleen leden van de koninklijke familie ze dragen.Daarom leek de mode lichter te worden, namelijk poeder op pruiken van andere kleuren te strooien. Frankrijk ruilde zijn pruiken. Aan het Russische hof werden ook Franse pruiken gekocht. Trouwens, de inkomsten uit de verkoop van pruiken waren een belangrijke post in de schatkist van Frankrijk.

Naast herenpruiken waren er ook damespruiken. Toch deden dames nog steeds vaker hun kapsels uit hun haar en voegden ze alleen nepkrullen toe.

Nederlandse kunstenaar Kaspar Netscher. Portret van Lady Philippe Staunton, 1668.
Kapsel vergelijkbaar met dat van Madame Sevigne

In de periode dat Lodewijk XIV nog een kind was, waren de kapsels van vrouwen vergelijkbaar met die van kinderen. Het "al-anfan" ("kinderachtige") kapsel was bijvoorbeeld in zwang, bestaande uit gekrulde lokken die met een lint rond het hoofd waren vastgebonden.

Ook in het midden van de 17e eeuw was het kapsel van de markiezin Sevigne populair - gekruld haar verzameld in knotjes rond het hoofd. Het "vuurwerk"-kapsel, dat in de mode werd geïntroduceerd door koningin Anne van Oostenrijk, - het haar aan de voorkant was plat gelegd en aan de achterkant was het verzameld in een enorme knot, kronkelige en kurkentrekkerkrullen daalden neer op de schouders.

In de jaren 60 van de 17e eeuw droegen ze het kapsel "Maria Mancini". Het kapsel is vernoemd naar een Italiaanse adellijke dame. Het bestond uit twee halve bollen haar gekruld in kleine lokken die over de oren waren gelegd. Het Yurlyu-berlu-kapsel, dat populair was in de jaren 70 van de 17e eeuw, leek ook qua silhouet erg op het kapsel van Maria Mancini. Het auteurschap behoort toe aan de eerste vrouwelijke kapper die in de geschiedenis bekend is, Martina.

Nederlandse kunstenaar Kaspar Netscher. Elena Catarina de Witte, 1678
Kapsel "yurlyu-berlyu"

Maar het meest populaire kapsel was het fonteinkapsel. Volgens de legende werd dit kapsel uitgevonden door de favoriet van Lodewijk XIV, Angelica de Fontanges. Haar kapsel zat in de war tijdens de jacht en ze bond haar haar eenvoudig vast met een met juwelen versierde kousenband in een hoge knot bovenaan haar hoofd. Lodewijk XIV was verrukt over dit kapsel en complimenteerde Angelica. Daarna begonnen alle dames van het hof hun hoofd op deze manier te versieren. Het fonteinkapsel had veel opties - het belangrijkste kenmerk is de hoogte (gekrulde krullen gerangschikt in horizontale rijen boven het voorhoofd) en veel versieringen. Er was ook een hoofdtooi met dezelfde naam - een hoge "fontein".

Maria Angelica de Fontanges

Portret van koningin Marie Antoinette van Frankrijk. Fontein kapsel.

Kapsel "fontein"

In de laatste jaren van het bewind van Lodewijk XIV werden vrouwenkapsels bescheidener. Het "nederigheid" kapsel komt in zwang - glad gekamd haar met een knot aan de achterkant van het hoofd.

In de 17e eeuw werd Frankrijk een trendsetter. Het Franse hof begint de mode te dicteren voor alle koninklijke hoven van Europa. En Parijs, de hoofdstad van Frankrijk, die in de 17e eeuw de hoofdstad van de mode is geworden, verliest zijn titel tot op de dag van vandaag niet.